We hebben ons noordelijkste punt bereikt en gaan langzaam weer naar het zuiden afzakken. Er is natuurlijk te veel moois om alles te kunnen zien en wij moeten keuzes maken. Wij rijden langs de Noorse kust naar het zuiden en dat betekent slingeren langs fjorden, steile wanden met sneeuw op de hellingen, watervallen, afgeronde bergtoppen en eilanden voor de kust allemaal erg mooi, helaas een beetje druilerige dag.
We doen nog een koffie vlak bij een heel leuke Sami souvenir tent/shop op een parkeerplaats. Er zijn een aantal eilanden en fjorden die zeer in trek zijn. Zo blijkt het nu op de Lofoten overvol te zijn met toeristen, dus dat slaan wij dit keer maar over.
In Nederland had ik al van een trouwe bezoeker van deze streek gehoord dat we naar Senja moesten gaan wat ook wel “Klein Noorwegen” wordt genoemd. We overnachten op een mooi plekje aan een meer helaas wat veel muggen dus snel alle horren sluiten. Blij met de elektrische vliegenmepper en het Thermacell apparaatje.
Senja is een prachtig eiland met lieflijk boerenland, mooie grillige bergpartijen, helderblauw water met daarlangs pittoreske vissersdorpjes en natuurlijk trollen dus pas op! Het trollenmuseum heeft vanwege een allesvernietigende brand helaas zijn deuren moeten sluiten.
De volgende ochtend wil Marcel even testen of hij de drone met de auto kan laten meevliegen. Nou, dat is nog best even een dingetje hier in de bergen want na een bocht en een kleine afdaling is hij de verbinding kwijt, snel een parkeerplaats op en weer contact leggen. Hij is de drone niet kwijtgeraakt dus deze eerste poging is een beetje gelukt. Senja is zo mooi dat we regelmatig ergens stoppen om even uit te stappen bij een weids uitzicht, een rivier waar we de visjes zien zwemmen, een fjord met een leuk dorpje, genieten.
Dan komen wij bij Gryllefjord en sluiten aan in de rij voor de veerboot. Oei, de 5 opstelsporen staan al vol en de auto voor ons staat al langs de straat, wij kunnen naast de supermarkt nog net achter deze auto ook langs de weg parkeren. Nu maar afwachten of we straks ook nog op de veerboot kunnen, over ongeveer 3 uur gaat de veerpont. Deze gaat maar 3 keer per dag dus het kan ook morgen worden. We lopen wat rond en eten een ijsje terwijl er achter ons steeds meer auto’s en campers het kleine dorpje binnen druppelen en aansluiten in onze alternatieve wachtrij. Het dagelijkse leven hier wordt door de vele toeristen behoorlijk op zijn kop gezet. Dan begint het oprijden, er wordt flink aangesloten en de cargadoor verstaat zijn vak waardoor wij nog net mee kunnen en de kleine auto achter ons is echt de allerlaatste die aan boord past, wat een mazzel. Het is prachtig weer dus we gaan buiten op het dek zitten en genieten van de zon, het windje door onze haren (die van mij dan) en het uitzicht op de kust.
En dan opeens een kreet en een rennen over het dek: “orka’s” en ja hoor, achter het schip langs een groep zwart/witte ruggen die van links naar rechts door het water jagen en af en toe opspringen. Helaas de foto’s zijn niet scherp maar we hebben ze gespot, check!
Dan komen we aan op Andenes en valt ons stabilisatiesysteem in alarm. We parkeren de camper op een vlak stuk asfalt bij een bedrijf om de boel te controleren. Marcel kruipt onder de camper en constateert dat er met de poot linksvoor niets meer is te beginnen en moet deze tegen de bodem vastbinden om te voorkomen dat hij tijdens het rijden voor zichzelf begint. Het bedieningspaneel wordt afgekoppeld en vanaf nu gaan wij verder zonder de pootjes nog te kunnen gebruiken. We rijden een prachtige smalle kustweg met wel heel slecht wegdek maar de idyllische dorpjes en mooie vergezichten maken dat zonder meer goed. In de verte komt langzaam de zeemist opzetten en dat maakt het hier nog meer verlaten en sereen.
De volgende morgen besluiten wij naar de verschillende uithoeken en doodlopende wegen van Vesterålen te rijden. We zien azuurblauwe baaien met hagelwitte zandstranden, enorme houten droogrekken voor de stokvis en kleine buurtschappen. Af en toe krijgen we het gevoel dat we aan het einde van de wereld zijn gekomen met deze smalle onoverzichtelijke wegen. Het is zaak om dus langzaam op een onoverzichtelijke bocht aan te komen want af en toe komt er toch ook een grote vrachtauto de hoek om zetten, ook hier moet de melk bij de boeren opgehaald worden. En dan leidt de weg dwars door een grote steengroeve waar de sorteerbanen gewoon onder ons door denderen en de zware machines om ons heen krioelen. De snoeiharde wind aan de kust vinden wij niet zo lekker om te overnachten dus we gaan even het binnenland in en achter de eerste bergen vinden we een P4N waar wij een rustige nacht hebben.
We gaan dus niet naar de Lofoten in het zuiden, in plaats daarvan sturen we naar het oosten en gaan bij Narvik het Noorse binnenland in. Duidelijk merkbaar dat de weg naar de Lofoten veel bereden wordt want ze zijn hard bezig die weg te verbreden en wij komen dus veel wegwerkzaamheden tegen. Na de afslag voorbij Narvik rijden wij een prachtige route door een naar het lijkt verlaten gebergte maar het staat er tjokvol met kleine zomerhuisjes. Op 400 meter hoogte lijkt het alsof we door een hooggelegen hoogvlakte rijden met enkel rotsen en sneeuw. Bij Bjørnfjell rijden wij Zweden binnen. We zien weer een bordje “stasjon” dus een treinstation hier in de middle of nowhere en dat triggert Marcel dus hop wij nemen de afslag en stuiteren ruim 1 km over een grindweg naar het station, helaas een modern emplacement maar toch leuk. Marcel loopt er naar toe en wat een mazzel er komt net een trein aan, Marcel zwaait bij wijze van groet gezellig naar de machinist. Olala, de trein stopt meteen, een deur gaat open en een conducteur loopt op hem af met de vraag of Marcel mee wil. Oeps, dat was niet de bedoeling dus excuses en de trein rijdt weer verder, en wij ook. Niet veel verder vinden wij voor de nacht een mooie plek met uitzicht over het grote langgerekte Torneträsk meer. Als we na een weldadige nachtrust de volgende dag verder rijden zijn we toch een beetje verbaasd over de grote hoeveelheid ertstreinen die hier rijden, we tellen er eentje met wel 68 ertswagons voortgetrokken door twee zware diesellocomotieven. En dat meerdere keren per dag tussen havenstad Narvik en Kiruna. Kiruna, het eindpunt van dit spoor, blijkt dan ook de grootste ijzerertsmijn van de wereld te zijn. Onderweg komen wij nog een zeer langzaam (25km) rijdende caravan tegen, het blijkt een Duitser te zijn die met een tractor en zijn caravan op stap is. Dit is slow travel pur sang.
Bij Kiruna nemen wij de afslag naar Jukkasjärvi waar zich het Icehotel bevindt en dat is toch wel even een bezoekje waard. Dit hotel wordt elk jaar opgebouwd met blokken ijs uit de Torne rivier. De kamers worden elke keer door artiesten van over de hele wereld in een door hen gekozen thema van ijssculpturen voorzien. Er is slechts één randvoorwaarde, er moet een tweepersoonsbed in de kamer komen, voor de rest doe je ding. Marcel nam natuurlijk een kijkje in de kamer met thema reizen per trein. Je kan daar overnachten en het is er altijd -5˚ C. Marcel is thuis onze koukleum en moet daar niet aan denken, mij lijkt het wel grappig onder zo’n rendierenvachtje te slapen. Maar voor nu nemen wij alleen een kijkje en vinden dat bijzonder genoeg, net zoals de drinkglazen in de bar die ook van ijs zijn. Er worden dan ook geen warme dranken geschonken want dan smelt het servies. Het hotel ligt mooi aan de Torne rivier en zomers is er ook van alles te doen en kan je ook in een gewone cabin of een Samitent overnachten.
We rijden nog een stukje verder en passeren een Nederlander die met zijn ligfiets hier verzeild is geraakt, en natuurlijk vinden we weer een overnachtingsplek aan het meer bij Gällivare. De volgende ochtend rijden wij door dit stadje en na 5 minuten hebben wij al de eerste stop te pakken want het treinstation van Gällivare is wel erg aantrekkelijk om even te bekijken. Na de fotosessie rond het station gaan wij over de E45 naar het zuiden en rijden langs veel rivieren en stuwmeren. Het is het gebied waar de witte kolen worden gewonnen ofwel elektriciteit middels de vele waterkrachtcentrales van Vattenval. Tja, het is groene stroom maar het heeft het landschap wel enorm veranderd, gelukkig met kleine stuwmeren en zijn hier niet hele dorpen onder water gezet.
We stoppen in Jokkmokk een dorp waar de eerste bebouwing dateert uit 1602 toen het door koning Karel IX werd gesticht als marktplaats op een locatie waar de Sami van oudsher al twee keer per jaar samenkwamen. Nu komen nog elke winter de Sami hier voor de jaarlijkse Jokkmokks Vintermarknad. Wij gaan naar het museum Ájtte (voorraadschuur) dat verhaalt over de Sami maar vooral ook over de flora en fauna van hun leefgebied. We hebben nu al een aantal musea gezien maar toch is deze weer enorm interessant. De bruikleengids is er zelfs in het Nederlands, deze is zo leuk geschreven er zijn echt Sami aan het woord die over hun leven, hun voorouders, wonen, werken, cultuur en tradities vertellen. Belangrijk dat er respect gevraagd wordt voor de Sami gedenkplaatsen in het landschap, soms alleen maar te herkennen aan een boom met lintjes of een verzameling dierenbotten. Zo had elke Samifamilie ook een drum met daarop tekeningen die uitleg gaven over het leven en de goden maar de missionarissen die het Christendom kwamen brengen vonden het een instrument van de duivel en dus moesten de trommels vernietigd worden. Gelukkig is mijn moeder een aantal keer met haar weefvriendinnen in Scandinavië geweest maar wat zou zij een respect hebben gehad voor de weef- en handwerkkunst van de Sami. Later koop ik nog een boekje waarin het nog uitgebreider verteld wordt, ik vind hun cultuur zeer intrigerend en ben blij dat er een sterke stroming is om hun manier van leven te bewaren.
Buiten is er nog een kleine Sami nederzetting en een mooi aangelegde botanische tuin hoewel deze wat achterstallig onderhoud uitstraalt is het toch leuk om er even door heen te wandelen. We rijden verder naar het zuiden en passeren weer de poolcirkel nu bij een groot maar vol gekliederd en met stickers beplakt informatiepaneel, wat zijn mensen toch een vervuilers. Maar goed wij komen langzaamaan weer in de meer bewoonde wereld en hebben enorm genoten van het leven en de natuur van de Sami ten noorden van de Poolcirkel.
Thx voor de mooie story, alsof we er gisteren nog waren!
Heerlijk hé, wij genieten zelf ook van het nalezen van onze verhalen want dan ben je zo weer terug.