Na de serene wildernis van het noorden komen wij nu in de meer bewoonde wereld van Zweden en Noorwegen. Maar dat zijn voor ons Nederlanders nog steeds heel erg verlaten dorpjes en huisjes op zeer eenzame plekken, maar die bevallen ons wel erg goed. En zowaar we moeten een spoorlijn kruizen en er is een stationnetje, weer even stoppen, nu daar stopt geen trein meer het is al voor langere tijd verlaten.
Ik koos weer een alternatieve route, de plotter herkende mijn route niet maar de papieren kaart liet zien dat er een pad of weg moest zijn. En ik zeg nog optimistisch tegen Marcel: ik denk dat het wel tot halverwege asfalt is en we volgen dan gewoon de asfaltweg. Maar niets is minder waar na het eerste dorp is het meteen een grindweg. Wij vinden het niet erg om grindwegen te rijden maar vandaag was wel weer een record, namelijk 62 km en daar hebben wij zo ongeveer twee en een half uur over gedaan. Heerlijk, slechts 3 auto’s en één campertje en verder niets dan heel af en toe een dorpje van 4 of 5 huizen. En weer vele rendieren die met ons mee kuieren of even oversteken. Her en der hekwerken in het bos van de rendierherders om hun rendieren samen te drijven. Ook van die primitieve maar juist voor ons zo feeërieke hekwerken om een erf te omheinen en voor de kinderen een enorme boomhut.
Het is zondagochtend en het museum is al om 10 uur open dus eerst een bezoekje brengen aan het Silvermuseet in Arjeplog. De naam Zilvermuseum dekt niet de hele lading, er is meer te zien. In 1920 begon Einar Wallquist in deze provincie zijn werk als dokter. Hij werd gegrepen door de bewoners en hun dagelijkse leven en begon allerlei dingen te verzamelen en historisch vast te leggen. Hij heeft er 40 jaar gewerkt en zo is het uitgegroeid tot een behoorlijke verzameling die nu is ondergebracht in het Silvermuseet. Het museum bevat de grootste collectie Sami-zilver zelfs met stukken uit de middeleeuwen. Ook veel kleding en breiwerk, waaronder een hele verzameling wanten, ik was al eerder gegrepen door de kleurige wanten en had een pakket gekocht om zelf wanten te breien en heb de smaak te pakken, ook onze kleindochter vindt ze leuk dus de eerste opdracht is al binnen.
Na het museum rijden we een mooie route maar het is een regendag dus veel water in de rivier èn op de weg. Natuurlijk viel onze blik weer op een treinstation, deze functioneert nog wel maar dan alleen in het zomerseizoen, het is namelijk een toeristische treinroute van 1.300 km door Zweden, de Inlandsbanan. We komen nog meerdere keren een verwijzing of stationnetje van deze treinroute tegen. Zelf rijden we een stukje over de wildernisroute, een autoroute met toeristische en natuurschone plekjes. We overnachten op camping Kolgårdens bij Vilhelmina
We blijven twee nachten op de camping, we staan mooi aan het water en er is een wasmachine. Tevens genieten we van het zonnetje dat weer schijnt. Ook tijd om wat onderhoudsklusjes te doen en het Scandinavische rondbreien goed onder de knie te krijgen. Na twee nachtjes en een lekkere rustdag is de was weer droog, de camper schoon en wij weer klaar voor nieuw indrukken. We parkeren de volgende dag eerst in het centrum van Vilhelmina om daar even rond te lopen. Vilhelmina is een zogenaamd kerkdorp, dit zijn dorpen die ontstonden in de tijd dat Zweden en Finland onder de wetten van de Zweedse kerk kwamen. Daarin werd gesteld dat men op zondag naar de kerk moest en als men te ver weg woonde werden er overnachtingsplekken gebouwd rond de kerk, die plekken zijn op meerdere plaatsen in Zweden te vinden. Het zijn dus gestichte dorpen rond een kerk, in deze regio zijn er drie dorpen die zo zijn ontstaan en vernoemd zijn naar de vrouw van de Zweedse koning: Frederica Dorothea Wilhelmina Van Baden (1781-1826). Verder viel ons op dat er veel loppis (tweede hands) winkeltjes waren, één deed ons denken aan Hotel Post waar wij in Zwitserland regelmatig even binnen liepen dus hier ook even binnen kijken maar niets kunnen scoren.
We zwerven op z’n Kokkies dus kriskrassen wij en gaan nu weer een beetje richting Noorwegen. We zien het landschap veranderen in een meer bewoonde wereld met boerderijen, akkers en hier en daar wat koeien. We stoppen in Hede om een wandeling naar de kerk te maken, de kerk viel een beetje tegen, de klokkentoren was wel bijzonder maar goed de benen werden even gestrekt. Leuker was onderweg dat bordje “meteoriet inslag” en dus weer in de remmen. Duidelijk zichtbaar was de krater en de 5 meter hoge opstuwing van het land aan de andere kant van de inslag.
Ik denk een leuke overnachtingsplek te hebben gevonden aan de rivier, we nemen de afslag en werkelijk zo slecht hebben we de weg nog niet gehad we stuiteren en botsen 1 km lang over een zandweg en dan is het plekje bezet met grote kabelhaspels er zijn dus werkzaamheden en wij, wij moeten terug naar de doorgaande weg. Tot onze grote hilariteit ligt er hier, vlak bij die kabelhaspels, midden in het bos een asfaltweg die ons in nog geen 200 meter weer op onze route brengt. Als je maar kan blijven lachen. Even terug vinden wij dan toch een mooie plek alleen blijft het regenen en zitten we binnen.
Na een verkwikkende nachtrust rijden we richting Noorwegen dus er komen weer wat meer bergen in zicht en ook een Zweeds skigebied. Nu zijn wij verwend met het jarenlang skiën in de Jungfrau regio in Zwitserland, onze zoon vraagt dan ook bij de foto’s die wij in de familie-app delen; “Is dat de kleuterafdaling?”. Wat wij hier veel meer zien dan in de Alpen zijn springschansen en dan in diverse maten, jong geleerd oud gedaan moet je maar denken. En natuurlijk de vele bordjes “Pas op: langlauf oversteekplaats” en de vele zomer langlaufers die, soms met gevaar voor eigen leven, hier met wieltjes op de weg laufen. We rijden Noorwegen binnen bij een tamelijk verlaten grenspost, wij zien twee naar het Toll-loket “aan te geven goederen” lopen, alleen begrijpen wij totaal niet wat twee rendieren hebben aan te geven.
Vandaag overnachten wij in de tuin bij Hein en Daniëlle, oud-collega’s van Marcel die 13 jaar geleden naar Noorwegen zijn geëmigreerd. Hein is daar een signing bedrijf begonnen en heeft in die hoedanigheid bij juwelier Bjerke in Oslo twee keer een etalage voor Marcel ingericht. We hebben een super gezellige avond met veel bijpraten, een rondleiding op hun domein en we horen hoe men leeft in Noorwegen. Middernacht nemen we afscheid van Hein, nadat hij ons nog heeft voorzien van zelfgemaakte Noorse lekkernijen. Hein moet morgenochtend alweer vroeg naar zijn werk maar we spreken af met Daniëlle morgen nog even op bezoek te gaan bij buren/vrienden van ze. De volgende ochtend rijden we met de auto van Daniëlle de berg op en passeren eerst een privétolstation er bestaan namelijk privéwegen in Noorwegen en dit is zo’n weg die van een groepje boeren is en door hen moet worden onderhouden en daarvoor betaal je dan in een envelop of met een app tol. Dan rijden we verder de berg op naar de seter (zomerboerderij) van Øistein en Inga. Zij verblijven met hun drie jonge kinderen in een oude zomerboerderij zonder elektriciteit en met water uit de bron hier boven op de berg voor drie maanden om bij hun koeien op de zomerweide te kunnen zijn. We worden enorm gastvrij ontvangen met koffie en koek en worden trots rondgeleid over het terrein. Binnen lijkt het alsof je in een openluchtmuseum bent maar de gesprekken die we met ze voeren zijn met moderne bereisde wereldbewoners. Zij willen deze oude stijl van leven voortzetten en we zien dat de kinderen een geweldige tijd hier hebben en dat er een grote rust uitgaat van deze manier van leven. Sinds 4 jaar hebben zij hier een nieuwe stal met een moderne melkinstallatie die op een aggregaat werkt. Boven deze stal is een appartement wat verhuurd wordt aan mensen die ook willen genieten van rust en ruimte en willen meedraaien in het boerenleven. Ze hebben 16 koeien die vrij rondlopen en zelf komen als ze gemolken moeten worden, alleen met regen blijken ze niet zo snel te komen verzucht Øistein en moet hij er op uit om ze te halen. In huis willen zij geen elektra want dan zal er ook weer snel een tv komen en dat is niet de bedoeling. Een prachtige ontmoeting.
We dalen met Danielle weer af naar het dorp en lunchen samen in het dorpshuis van Vingelen waar ik een lekkere elandenragout met rijst eet. We lopen nog even de landbouwwinkel met een afdeling wol binnen want ik heb de smaak te pakken en wil wel een trui voor Marcel gaan breien, maar helaas de dame met kennis van breien is niet aanwezig. Daarna nemen wij afscheid en bedanken Daniëlle voor de zeer gezellige tijd en zij heet iedereen welkom om te overnachten in hun huisje.
Wij gaan met de tips van Hein en Daniëlle op weg en rijden de mooie Rondane route richting de Dovrefjell, er is zoveel moois te zien onderweg. Vergezichten, wilde rivieren, Rendiermos (ook IJslandsmos genoemd) en mooie weerspiegelingen in het water. De fotocamera heeft weer te veel foto’s gemaakt, we eindigen vandaag op camping Magalaupe.
Op de camping bespreken we meteen voor morgen een excursie dus de volgende dag vroeg op en ruim een half uur rijden met de camper naar het busstation Hjerkinn waar wij om half tien moeten verzamelen. Helaas is de eerste shuttlebus de bergen in helemaal vol maar met de tweede kunnen wij mee naar boven. Na de slagboom gaan wij het nationale park Dovrefjell in en stappen uit bij Snøhefta. Daar gaan we met twee gidsen en best een grote groep mensen op pad om de muskusos te spotten. We wandelen over de kale toppen met prachtige vergezichten, gaan al snel van de gebaande paden af achter de gids aan en dan ssst.. muskusossen! Nu moeten wij dicht achter elkaar blijven zodat wij eigenlijk als één geheel voortbewegen want bij een groep uitwaaierende mensen denken de muskusossen dat wij een roedel wolven zijn en zullen ze geheid op hol slaan. Zoals in elke groep is er natuurlijk één persoon die niet luistert en alleen de berg opklimt om de muskusos te fotograferen maar gelukkig verjaagt hij ze niet. Dan zien wij allemaal de muskusos aan de overkant van de rivier in de sneeuw liggen, om verkoeling te zoeken. Wij lopen nog wat lager en zowaar om de hoek van de helling staat er in de rivier nog één. We gaan lekker zitten in de zon en de camera’s klikken er lustig op los. Wat een ervaring zo dichtbij en ze blijken ons te accepteren dus we kunnen onze lunch hier nuttigen terwijl het rund en de mens elkaar blijven observeren.
Kristin onze gids vraagt of wij nog verder willen lopen in de hoop aan de andere kant van de berg nog meer te zien. Nou, wat dacht je zelf? De meesten blijven echter bij de andere gids dus trekken wij met 5 personen en Kristin verder. Dit was een zeer goede keuze, wat een geweldige wandeling met zoveel mooie vergezichten en niet meer zo heel dichtbij maar in de verte nog vele muskusossen gezien. Kristin is een leuke enthousiaste meid die natuurfotografie studeert, in haar vrije tijd is zij gids, en zij neemt ons mee weg van de grote massa wandelaars op de berg. We komen nog mooie vogels tegen waarbij te zien is dat de grote telelens van Kristin in combinatie met haar kennis van de natuur en fotografie toch wel heel mooie foto’s oplevert, alhoewel mijn eigen foto ook aardig gelukt is. Wij genieten volop en gaan met de bus van 17.00 uur weer naar beneden en dan halverwege onze rit remt de bus af. Een hele kudde muskusossen scharrelt rond op de weg, mannetjes, vrouwtjes en enkele jongkies. Weer een geklik van camera’s, helaas zit de bus erg vol en zitten wij aan de verkeerde kant maar toch zien we ze en delen we foto’s en filmpjes met elkaar. De Duitse jongeman, die met onze groep meeliep, zegt nog met een lach heb ik daarvoor de hele dag gelopen, ik had gewoon in de bus kunnen blijven zitten. Zeer tevreden gaan wij weer naar de camping en met de beentjes omhoog in het zonnetje mijmeren wij nog lang na over deze mooie dag.
De dag daarna werk ik aan mijn blog en wandelen wij naar de Magapaulet waterval hier naast de camping en genieten nog na van gisteren. Na de middag vertrekken wij omdat we een korte rit hebben vandaag. We hebben nog steeds geen elanden gezien en hebben aan Kristin gevraagd waar we ze mogelijk zouden kunnen zien. Dus willen wij overnachten bij de uitkijktoren van Rullesteinen.
’s Avonds klimmen wij de toren op en zowaar aan de overkant van de weg spotten wij 2 elanden, een beetje ver weg voor een goede foto maar we kunnen het afvinken. We hebben de smaak te pakken en de volgende ochtend klimmen wij al om 6 uur de toren op in de hoop elanden te zien en ja hoor we zien er zelfs meer. Marcel gaat gewapend met fototoestel naar de overkant van de weg waar het gras zo groen lijkt om ze van dichterbij te zien. Maar het gras is moeras en van het sompige geluid trekt de eland zich onmiddellijk terug in het lover. Maar we hebben er 7 gezien: één mannetje, vijf vrouwtjes en een kalf. Zeer tevreden gaan we ontbijten en plannen maken voor het vervolg van onze reis.
????????
Haha