Na ons bezoek aan Riga weer even de stad uit, nu daar zijn we wel een tijd mee zoet, er is een wielerronde en heel de stad zit vast en we worden over zeer slechte wegen omgeleid zodat zelfs onze plotter van beeld verschiet en even op zijn zijkant wil verder gaan. We overnachten bij een zwemwater bij Sigulda, waar Marcel met de drone nog even een ooievaar met jong fotografeert.
De volgende ochtend eerst weer wat inkopen en dan aan de andere kant van Sigulda naar het kasteel van Turaida met een belevingspark er omheen. Wandelend komen wij, voordat wij bij het kasteel zijn, eerst in de woning van de tuinman een leuke tentoonstelling over de geschiedenis van deze streek tegen. Een alleraardigste vrouw in de dracht uit de oudheid wil ons van alles laten zien en uitleggen maar zij spreekt geen Engels en wij geen Lets dus met handen en voeten wijst zij ons de weg door de tentoonstelling, zo leuk.
De tentoonstelling gaat over de eerste bewoners hier: de Lijflanders, die toen geheel Letland en Estland bewoonden en hier eerst een houten burcht hadden. Na vele onderhandelingen al dan niet met of zonder geweld met (daar heb je hen ook weer) de Duitse Kruisridders zijn de Lijfen ook een autonome Lijflandse Orde geworden en moesten vanaf toen het gebied delen met de Bisschop van Riga. In 1204 begon de aartsbisschop van Riga hier een stenen kasteel te bouwen en eigende, zoals een beetje bisschop dat placht te doen, zichzelf steeds meer toe. De Lijflanders kregen het almaar zwaarder te verduren in hun gevechten tegen Denen, Zweden en Russen met als gevolg dat er nu nog maar een klein deel van Lijfland over is. Leuke dagelijkse voorwerpen, sieraden en ook gebruiken zijn hier te zien. Weer buiten komen we langs de steen van Turaida’s roos, een liefdesdrama tussen de tuinier en de beeldschone Majia wat natuurlijk verdrietig afliep, en nu groeit er een meer dan tweehonderdvijftig jaar oude lindeboom op haar graf.
Dan lopen wij ook nog het lieflijke houten kerkje in en betreden wij toch echt het eigenlijke kasteelterrein. Het is best een groot kasteel geweest met een mooie ligging op een kluit in een buitenbocht van rivier de Gauja en vanaf de 38 meter hoge hoofdtoren heb je een enorm uitzicht.
Voor het eerst lezen wij over een uitgebreid verwarmingssysteem van hete lucht onder de vloeren van een kasteel. In de West Europese kastelen is het altijd maar een koude bedoening geweest met slechts een haard om je aan te warmen. Hier waren wel zeven verschillende stookkamers voor de verwarming van dit kasteel. Je zou haast denken dat de Lijfen dit kunstje van de Romeinen hebben afgekeken. Marcel laat zich nog even verleiden om de pijl en boog ter hand te nemen. Helaas niet in de roos maar wel alle pijlen in de ringen van de schijf.
een impressie van kasteel Turaida vanuit de lucht
Op ons gemak wandelen wij daarna door het belevingspark onderaan het kasteel met een oude stal, het woonhuis van een visser en een sauna. De sauna rook heerlijk door de daar aanwezige grote verzameling kruiden, de sauna was vroeger ook de plek waar verschillende kwalen genezen konden worden.
Voor de zekerheid even nagevraagd bij de kassa maar we mogen hier op hun parkeerplaats overnachten, we staan er met nog één camper zo heerlijk rustig aan de vijver. De volgende dag rijden wij door het mooie nationaal park Gauja, met de bijnaam het Lijflandse Zwitserland, over en langs de mooie zandsteenformaties langs de rivier. Er zijn veel mogelijkheden tot vakantieactiviteiten in deze streek. Wij gaan aan de voet van het oude kasteel van Cēsis staan dat ook al gesticht is door de Lijflandse Orde. Ook dit stadje ligt aan de Gauja en is zelfs toegetreden tot de Hanze. Er is nog veel te restaureren, de kerk is in een zeer desolate staat maar kan ons ook weer bekoren door zijn eenvoud. Buiten zien wij een prachtig staaltje van restauratie, oude delen mooi verweven met nieuwe houten delen, echt vakmanschap.
Wij willen naar een archeologische vindplaats buiten het stadje en stappen op de fiets maar tja fietspaden zijn er niet en veel wegen ook al niet. Al na een paar doodlopende zandwegen ingereden te zijn besluiten wij dan toch iets te gaan doen waar wij in Nederland niet over zouden dènken om dat te doen. Wij gaan net als de Letten fietsen aan de rand en in de berm van de A2, gelukkig is het rustig maar toch zo’n vrachtwagencombinatie die jou passeert met 90 km per uur is een beetje spannend. Wij bereiken veilig de archeologische site Āraiši en duiken in de geschiedenis van de mensen die hier in de 8e en 9e eeuw in dit moerassige gebied woonden. Zij bouwden op de eilandjes hun huizen op een plankieren ondergrond. Door archeologisch onderzoek zijn veel van deze funderingen vrijwel intact opgegraven. Dankzij de grondsamenstelling waren slechts de wanden en daken vergaan maar de funderingen en de onderste muurdelen bleven ongeschonden en hebben zo veel kennis opgeleverd over de juiste bouwwijze van deze woningen. Het doet ons denken aan de paalwoningen in de Bodensee. Na deze eerste bewoners is er ook een groot kasteel van de Lijflandse Orde geweest maar daarvan zijn nog slechts de contouren zichtbaar.
De tocht hierheen was ongeveer 12 km en best wel een groot deel op de A2 dus we zoeken een andere weg terug maar laat dat dan maar weer aan Yvonne over die zoekt wel weer een ander gevaar op want halverwege blijkt het een militair oefenterrein te zijn maar geen rode vlaggen dus we wagen het erop. We stuiteren en glissen (=glijden, voor de niet-Zaankanters onder ons) over verschillende grindwegen terug en voelen dat aan de spanning in onze handen en armen. Bij de camper genieten we nog van een mooie stille avond die alleen even wordt onderbroken door een concert van raven die flink tegen elkaar in gaan krassen.
De volgende dag rijden wij naar het noordoosten van Letland. Het is hier stil op de wegen en er strekt zich een prachtige natuur voor ons uit. Wij verbazen ons over de enorme hoogte van de berkenbomen. Je ziet hier vooral veel werk in de bosbouw, verder zijn de dorpen en steden wel zéér eenvoudig. Dan verschijnen er op de verkeersborden de eerste Russische plaatsnamen en aan het wegennet is ook te zien dat men hier voor de onafhankelijkheid goederen leverde aan de grote steden over de grens met Rusland. We doen in Gulbene een koffiestop bij het treinstation annex spoorwegmuseum. Een prachtig gebouw uit 1926, gebouwd door de Russen, maar nu een verlaten oord. Op zaterdag rijdt er nog een stoomtreintje naar Alūksne maar verder zijn nu alle spoortrajecten die naar Rusland voerden afgesloten. Er bevindt zich een zeer eenvoudig ingericht museum in de stationshal. Vanaf Gulbene voert de route ons ook langs Alūksne maar ook daar is niet veel meer te beleven, vroeger is dit wel een stad van betekenis geweest en komt Tsarina Catherina I Aleksejevna, de tweede echtgenote van Tsaar Peter de Grote, hier vandaan.
Wij overnachten in Korneti een heel klein gehucht aan een mooi recreatiemeer op een prachtige schone camperplek met een super geavanceerd informatie- en betaalsysteem in een huisje met grote glazen panelen als muren. Helaas het volautomatisch werkende ventilatieluik in het dak werkt even niet waardoor de temperatuur binnenin de glazen kooi dermate hoog is opgelopen dat het 52 inch grote touchscreen in storing is gevallen, er kan derhalve ook niet betaald worden. Zelfs ’s avonds laat als de boel is afgekoeld is het scherm niet meer tot leven te wekken. De natuur is prachtig en vele wandel- en fietsroutes zijn hier bewegwijzerd en op een mooi informatiebord wordt uitgelegd hoe je de voetsporen kan herkennen van o.a. het hert, de das, de vos, de lynx en de beer, hmm prettige fietstocht dus.
Maar wij gaan er voor en voegen twee fietsroutes in de app Komoot samen tot één mooie fietstoertocht. Maar al snel blijkt dat een bewegwijzerde fietsroute hier gewoon over een karrespoor of paadje dwars door het grasland voert. Wij rijden goed want fietsroute 151 gaat hier ook de bocht om dus wij ook maar. Blij met onze zware velgen stuiteren wij er lekker op los, begeleid door vele libellen die uit alle meertjes en stroompjes opstijgen. Grote schitterend gekleurde vlinders fladderen om ons heen. Prachtige weiden met een grote variatie aan bloemen, kleine boerenschuurtjes, en al zijn de bergen hier amper 300 meter hoog je waant je op een bergweide in Zwitserland.
We fietsen tussen de hoge bomen in een oerbos, dan weer langs een boerenhoeve met een keurig verzorgde moestuin en een akkertje met aardappelen of uien met daarnaast lekker geurende plukbloemen. Alles is zo verzorgd, de gids in Riga vertelde ons dat tuinieren in de Sovjettijd zo’n beetje de enige afleiding was die men zich kon permitteren en dat je daardoor ook goed zelfvoorzienend kon zijn. Wat ook opvalt is de grote diversiteit aan soorten omdat men niet onnodig alles plat maait. Grappig zijn de verkeersborden die wij tegenkomen, we rijden op een zandweg kruizen een andere zandweg maar let op het is wel een voorrangsweg of wat dacht je van een bushalte naar ons gevoel in de middle of nowhere. En een van het drukke netwerk van meerdere fietsroutes alleen zijn wij de hele dag niemand tegengekomen. De allermooiste was wel het bord dat wij moeten oppassen want wij rijden een woonerf op er was namelijk wel één huis met aan de overkant van het paadje speelruimte voor de kinderen.
Op het hoogste punt van een heuvel met mooi uitzicht staan we even stil en moeten wij even uitvoeren wat er op de grote steen langs de weg staat geschreven.
Het is hier zo verlaten dat er opeens een hert uit het bos komt en een stukje naast en voor Marcel langs met hem mee rent en dan aan de andere kant van het paadje weer in het bos verdwijnt. Er zijn geen restaurantjes, terrasjes of andere gelegenheden maar het is o zo mooi en rustig.
Ook Letland heeft ons weer aangenaam verrast.
Veel interessants weer over een voor mij onbekend maar onverwacht prachtig land! Van zulke Kiss Stones langs de weg zouden er meer moeten zijn ????????
Zonder steen lukt het ook nog hoor;-)
Wat een mooi verhaal weer over die Lijflanders! En gelukkig kan je nog gewoon over een Letlands militair terrein rijden zonder gevaar ;-). Laten we dat maar zo houden. Veel plezier aan de overzijde!
Inderdaad laten wij dat alsjeblieft behouden.
Wat een bijzonder verhaal weer!
Het is zó genieten Yole.