Nadat wij de laatste van de Koningssteden hebben bezocht is het vandaag weer tijd om verder te rijden, langzaamaan gaat het noordwaarts en rijden wij van Moulay Idriss naar Chefchaouen dat bekend staat als de blauwe stad. Maar voordat wij daar zullen aankomen moeten wij eerst nog ruim 190 kilometer asfalt voor ons uit duwen. Duwen? Ja, dit traject is weer zo’n weg waar wij zigzaggend tussen de vele gaten in het wegdek nog wat asfalt hopen te kunnen vinden. Het is dan vooral zaak om niet vol met je wiel in een gat te duiken want daar worden je banden en velgen niet blij van.
De route zelf is absoluut weer de moeite waard maar wat heeft de tijd stil gestaan in dit land. Het is graan oogsttijd, in een dorpje zien wij dat ze op het pleintje het gemaaide graan aan het dorsen zijn, grotendeels nog met de hand, de enige machine is een lopende band die eindigt boven een gereedstaande kiepwagen. Mooie manier van het opladen van de hooibalen. Wij zien heel veel overbeladen auto’s rijden met stro dat ver naast de wagen bungelt. Vrachtauto’s met zakken met graan en auto’s met hoog opgetaste meloenen. En dan niet die zielige kleine meloenen die je bij ons in de supermarkt ziet liggen, hier zijn ze van het formaat skippybal en dan ook nog vele kilo’s zwaar.
In de middag naderen wij Chefchaouen en zien al van verre het turquoise-blauwe stadje schitteren in de zon hoog tegen de berghelling. Het stadje is bekend (en dus toeristisch) en dat betekent dat wij onze grote camper nergens in het stadje kunnen parkeren, wij rijden daarom door naar de boven het oude centrum gelegen camping en parkeren ons huisje op de rand van de helling. Aan het begin van de avond lopen wij met nog twee stellen de helling af en komen via de oude begraafplaats en wat steegjes uiteindelijk midden in de medina terecht. Even over die begraafplaats, in de islam is het belangrijk dat hun doden binnen één etmaal worden begraven, met het hoofd richting Mekka èn wat heel belangrijk is, de doden krijgen eeuwige rust. Met andere woorden hun begraafplaatsen worden nooit geruimd. Ook belangrijk is dat de doden gelijk zijn en er dus eigenlijk geen grafstenen worden gebruikt maar gewoon een stuk rots aan het hoofdeinde en aan het voeteneinde. Wij zijn dan ook vele van dergelijke begraafplaatsen tegen gekomen, echter meer naar de steden en het noorden toe kwamen wij ook grafstenen tegen.
Hier in Chefchaouen lag dus nog een heel oude begraafplaats, helaas is die nu multifunctioneel want de bewoners van het stadje gebruiken het terreintje ook als vuilnisbelt. Helaas maar dat is wat zij gewend zijn, wat je niet meer nodig hebt mieter je gewoon naast je huis over de denkbeeldige schutting ergens op het land. Wij hebben erg veel plasticafval gezien in dit land, daar is nog een grote slag te slaan. Wel werden de plastic waterflessen door de mensen hergebruikt dus nooit een fles in elkaar knijpen maar heel in de vuilnisbak doen want die worden er gretig uit gevist.
Wij slenteren, de opdringerige verkopers werend, wat door de medina en belanden na een uurtje op de Place du Marché waar wij het dakterras van een restaurant opzoeken om daar de avondmaaltijd te nuttigen.
Aangezien de wandeling vanaf de camping naar het centrum feitelijk een heel steile afdaling was nemen we een taxi terug. De taxistandplaats is op de kleinste rotonde die ik ooit heb gezien. Een flinke boom met een cirkeltje grond eromheen, niet meer dan een kleine twee meter in doorsnee, maar wèl met de bekende verkeersborden erop om aan te geven dat het een heuse rotonde is. Yvonne en twee camperaars zijn in no time vertrokken. Ik wacht met de twee anderen rustig tot er een tweede taxi komt opdagen die ons vervolgens voor nog geen twee euro keurig bij de camping aflevert.
Wij worden volgende ochtend gewekt door een tikkend geluid. Langzaam dringt het tot ons door dat het regent! Regen, wat was dat ook alweer? Wij hebben twee maanden geen regen meegemaakt. Als wij na het ontbijt gaan rijden doen we voorzichtig aan want wij moeten een heel steile helling af en regen op een maandenlang droge weg is geen goede combinatie. Al na een paar bochten staat er een man op de weg die ons gebaart zover mogelijk de buitenbocht in te sturen, er hangt een afgebroken betonnen mast met stroomdraden schuin omlaag over de weg, de draden zorgen ervoor dat de boel niet op de grond valt (of op je auto). Wat nog lastiger is dat zijn de kuilen en gaten in het wegdek, die staan nu vol water en je ziet nauwelijks verschil tussen een met water gevulde kuil of een stuk nat wegdek. Daarentegen voel je het wel snel genoeg dus opletten geblazen. Hopen dat de waterputten die wij in het hele land tegenkwamen een beetje water krijgen, is hard nodig.
Het doel van vandaag is Cabo Negro, zoals de naam al doet vermoeden een kaap bestaande uit zwarte rots. Hier zullen wij onze laatste overnachting hebben want morgen gaan wij op weg naar Tanger Med waarvandaan de veerboot ons nog dezelfde dag naar Spanje zal brengen. Onderweg naar Cabo Negro vullen wij de dieseltank tot aan zijn nek en zijn daarmee meteen van de laatste Dirhams af, de rest van de korte dagtocht is het slalom rijden tussen de vele wegwerkzaamheden. Dit is vanuit Europa de belangrijkste invalsweg van Marokko en dus wordt er hard gewerkt om er een knappe weg van te maken. Eenmaal aangekomen in Cabo Negro is het gestopt met regenen.
Walter en Marita hebben hier een camperplaats bij een knap restaurant geregeld. Hier zullen wij met zijn allen een gezamenlijk diner hebben wat tevens ons laatste in Marokko zal zijn. Als ik de drinkwatertank aan het vullen ben wordt vlak naast mij een medereiziger aangesproken door een perfect Duitssprekende Marokkaanse jongen. Of hij mee kan naar Nederland en hoe hij het makkelijkst aan een verblijfsvergunning kan komen. Hij heeft namelijk een tante in Rotterdam met zes dochters dus als hij even snel met één van hen trouwt dan kan hij een gratis opleiding Engels en Nederlands volgen en krijgt hij toch ook zeker een gratis woning. Helaas als dit werkelijk het beeld is dat zij van Europa hebben dan wacht ons nog een lange moeizame weg.
Iedereen is “op netjes”, wij zijn allen verrast als we het restaurant betreden waar Walter na een kort welkomstwoord op een enorme televisie een flitsend filmpje start dat hij in de afgelopen zeven weken in elkaar heeft gezet. Het toont van elke dag de high-lights en in amper twintig minuten beleven wij de hele reis opnieuw. De maaltijd smaakt uitstekend, de wijn vloeit rijkelijk en de gezelligheid kent geen tijd.
Half negen in de ochtend, een laatste briefing over het hoe en wat voor het inschepen en dan gaan wij op weg om onze laatste Marokkaanse kilometers te maken. Het gaat vandaag in konvooi, deze laatste zestig kilometer lopen door de uitlopers van het Rifgebergte dat een dubieuze bekendheid geniet als ’s werelds grootste cannabis plantage. Het is opvallend hoeveel agenten hier overal op straat staan, zeker als wij dichter bij de Spaanse enclave Cueta komen, daar staan werkelijk om de paar honderd meter maar zeker op gezichtsafstand van elkaar politieagenten en militairen die alle wandelaars, brommertjes en op zee varende kleine bootjes argwanend in de gaten houden. Want als je deze smalle lijn oversteekt ben je in één stap vanuit Afrika in Spanje ofwel in Europa. Als wij bij de douane in Tanger Med aankomen hoor ik dat één van de campers bij het afremmen voor een rotonde snel beklommen werd door een jongeman, de daarachter rijdende camper joeg hem door flink te claxonneren met dezelfde snelheid weer van het camperdak af. De ambtenaren van de douane treden vandaag buiten zichzelf zo soepel verlopen de vele controles. De drugshond loopt verveeld rond onze camper en ook de reuzescanner die langs onze campers rijdt kan niks onwettigs vinden. Vandaag geen in de bovenkastjes verstopte vluchtelingen, geen drugsvangsten, gewoon just another day at the office. Klokslag 13:00 uur worden de trossen losgegooid en exact om 14:31 uur in het Spaans Algeciras weer vastgemaakt. De Straat van Gibraltar is hier slechts 14 kilometer breed (voor de beeldvorming, de Afsluitdijk is met zijn 32 kilometer ruim twee keer zo lang). In het restaurant op dek vier van deze veerboot nemen wij na zeven weken afscheid van Walter en Marita en onze zestien medereizigers, een hand, een hug hier, een zoen daar. Hoe bijzonder is dat 48 dagen geleden kende ik alleen Yvonne en alle anderen bekeek ik met een blik van hoe zou hij of zij zijn. En nu na deze reis staat hier een hechte groep reizigers, elk vol met zijn of haar eigen indrukken en herinneringen maar vooral een eenheid die zich, hoe tegenstrijdig, kenmerkt door de vrijheid die je elkaar gunt. Alles kan maar niks moet. Dan wordt het voortmaken, wij hebben onze campers als laatste achteruit aan boord gereden en dat betekent als eerste vooruit er weer af rijden. Iedereen gaat aan boord van zijn camper, de laadkleppen zijn al neer, en de een na de ander rijdt de kade op. Ieder gaat zijns weegs. Ik wil Gibraltar wel bezoeken. In 2021 is dat met de boot niet gelukt dus dan maar nu met de camper. Maar het is Hemelvaartsdag en half Spanje is aan het kamperen geslagen. De camping dicht bij “The Rock” is vol, een volgende is onbereikbaar voor onze toch wel grote camper en rondom ons dondert en bliksemt het in de bergen. Wij besluiten een stukje landinwaarts te rijden min of meer in de richting van Malaga om daar een plek voor de nacht te vinden. Uiteindelijk komen wij 49 kilometer verderop terecht in Casares, één van de vele Pueblo Blancos in deze streek.
Tja, zeven weken Marokko, het is omgevlogen, het was interessant, enerverend, en er gingen krap 6.000 kilometers onder onze wielen door maar het was vooral prachtig!
Als je op deze YouTube knop klikt zie je de animatie van onze hele reisroute door Marokko.
Marokko, wat een prachtig land en wat een aardige en vriendelijke mensen wonen daar. Goed dat wij hier zijn geweest, nu begrijp ik ook het idiote rijgedrag van de Amsterdamse taxichauffeurs van Marokkaanse origine. Zij kwamen jarenlang in de vakantie hier op familiebezoek en zagen niet anders dan het ongestructureerde gekrioel, zij mochten hier op brommers en fietsen rijden zoals zij dat wilden omdat daarvoor toch geen verkeersregels bestaan. Je haalt hier in een weekje je rijbewijs waarmee je een motor of auto mag besturen en dat is hier heel makkelijk, gewoon go with the flow. Je zou het met deze chaos niet verwachten maar er gebeuren hier nauwelijks aanrijdingen.
Okay, het is wel opletten met die veel te hoog, te breed en te lang beladen vrachtauto’s en motordriewielers maar aan de andere kant is dat ook meteen de charme van een Afrikaans land.
Accepteer het land zoals het is en vergeet niet, wie veel reist kan veel verhalen.
Tjonge wat een verschil met een gestructureerde maatschappij zoals wij gewend zijn.
Ja dat is zeker heel anders maar daardoor ook bijzonder om er te reizen.
Groetjes Yvonne
Een goede en veilige reis terug naar Nederland, en misschien ooit een biertje doen in Albir!
Hi Ed,
Wij nemen ruim de tijd voor de terugreis.
Eind juni hebben wij een afspraak bet onder Gent en vanaf juli kunnen wij ons huis weer in.
Wij komen hier in het zuiden zeker weer terug en dan heffen wij met jullie het glas.
Groetjes, Marcel & Yvonne
Wat een schitterende reis hebben jullie gemaakt!! Genoten van de verhalen en de foto’s. Hopelijk hebben jullie geen last gehad van de Spaanse regens.
Groetjes Hugo en Desiree.
Wij hebben enorm genoten. En ach na twee maanden geen regenbuien is dat ook wel weer eens proma.
Groetjes Yvonne en Marcel