2023 03 Castillië

Even na zessen word ik wakker van lawaai op straat, er worden met metalen buizen of zo op straat gesmeten en er wordt met metaal op metaal geramd. Welke idioot is er zo vroeg en met zoveel herrie al aan het klussen geslagen? Ik draai mij nog eens om en zak weer in een diepe slaap. Dan rond kwart voor zeven wordt er op de camperdeur geklopt. Beiden wakker geworden kijken wij elkaar aan. Wat is dat nu? Ik stap mijn bed uit, loop naar voren en schuif het pliségordijn in de toegangsdeur iets omlaag om vervolgens verblind te worden door de koplampen van een grote bestelbus met een enorme aanhanger erachter. In de bus zit een dame van middelbare leeftijd en buiten voor de deur staat een oudere heer geduldig te wachten op een teken van leven uit onze camper. Om niet in mijn blootje de straat op te stappen open ik het schuifraampje naast de bijrijdersstoel en vraag op mijn beste Spaans: “Que pasa?” Aangezien dat wat overmoedig is voeg ik er meteen maar aan toe: “No hablo Español”. Dat treft want die man spreekt alleen maar Spaans. Met het nodige handen- en voetenwerk begrijp ik dat er een markt wordt opgebouwd en hij het fijn zal vinden als wij de camper willen verplaatsen zodat hij op zijn vaste stek kan gaan opbouwen. Met mijn laatste Spaanse vocabulaire “Comprendido, no hay problema” stel ik hem gerust, trek snel wat aan en start de wagen om die een kleine honderd meter verderop weer te parkeren. Daar staan de andere campers al die ook daar naar toe verplaatst waren, wij bleken de laatsten te zijn die moesten vertrekken van camperplaats Plaza de Toros in Segovia, Sitecode: 19260. Señor marktkoopman kan aan de bak en wij, wij besluiten meteen maar te ontbijten.

Na het ontbijt haal ik de fietsen uit de garage en gaan wij op weg naar het oude stadshart van Segovia. Ons eerste doel is het Romeinse aquaduct dat nog uit de eerste of tweede eeuw stamt en nog tot in de 20e eeuw werd gebruikt om de stad van water te voorzien. Het totale nog Romeinse waternet is hier ruim 16 kilometer lang! De rest van de ochtend hebben wij door de stad gezworven en genoten van de vele bouwwerken, gloppen en steegjes waar de geschiedenis op je neerkijkt.

Daarna terug naar ons huisje, inpakken en weer verder rijden. Aan de rand van de stad nog op het erf van de plaatselijke Carrefour stijgt een enorme groep roofvogels op, alsof het onze duiven of meeuwen zijn die zich ook niets van de mens en zijn bebouwing aantrekken. Wij rijden door een gebied waar mega grote stenen van het formaat hunebed links en rechts naast de weg liggen, alsof een reus een handje reuzenkiezels heeft uitgestrooid. Wij rijden naar Avila voor onze lunchstop. Deze stad is bekend om zijn ruim 2 kilometer lange stadsmuur met daarin maar liefst 88 ronde torens. We vinden een plekje aan de kant en genieten van de warme maaltijd met een schitterend zicht op deze muur. Werkelijk a room with a view.

Na de lunch gaan wij verder en klimmen hoger en hoger de bergen in. In de aanloop naar de Puerte de Val, een pas van 1448 meter, staan borden dat je alleen met sneeuwkettingen omhoog mag. Aangezien de wegen sneeuwvrij zijn wagen wij het erop, we rijden  tenslotte niet in de Pyreneeën. Aan de zuidzijde van deze pas rijden wij de provincie Castylla y Léon binnen. Tijdens de afdaling zie ik een verkeersbord “El Escorial 38 km”. Hmm, die naam klinkt vaag bekend, in mijn achterhoofd wordt een schakelaar omgezet en het begint te malen. Waar ken ik dat van? Twintig kilometer verder weer die naam, en dan opeens zit ik weer in de geschiedenisles in de zesde klas lagere school. Nu weet ik het weer, El Escorial, het obsceen grote zomerpaleis met geïntegreerd klooster dat Philps II (de zoon en opvolger van Karel V) heeft laten bouwen om de hete Madrileense zomers te ontvluchten. Yvonne twijfelt aan mijn uitleg of dat mijn geheugen mij misschien bedriegt. Na nog een aantal kilometers afdaling wordt het smalle dal wijder en wijder en daar komt langzaam een majestueus gebouw achter een bergflank tevoorschijn. De aanblik van dit bouwwerk schuift in mijn gedachten naadloos over de illustratie in mijn lesboek geschiedenis, een beeld dat blijkbaar na 56 jaar nog opgeslagen in mijn hoofd lag te wachten op dit moment.

Wij verlaten deze Memory Lane en rijden verder via de prachtige Sierra Guadarrama, het bergachtige gebied ten noorden van Madrid waar het ’s winters naar ik mij ooit heb laten vertellen een eldorado voor skiërs schijnt te zijn. In de loop van de middag rijden wij de ringweg bij Madrid op en na ruim een half uur bereiken wij het einddoel van deze dag. Een camperplaats aan de rand van Madrid, Sitecode: 100214, hier strijken wij neer en genieten nog een paar uur van het heerlijke zonnige weer.

De volgende ochtend stappen wij al vroeg op de fiets, het is 6,5 km fietsen naar het Prado Museum waar wij een toegang hebben geboekt om 11:15 uur. Vanaf onze camperplaats pikken wij al snel een mooi aangelegd fietspad op dat ons naar het centrum van de stad leidt. Ik heb nog maar net mijn bewondering uitgesproken over de goede staat van dit rijwielpad of wij rijden bijna letterlijk tegen een muur aan. Het fietspad eindigt abrupt omdat een bedrijf hier haar ommuring met inrit heeft aangelegd. End of the line.

De Spaanse versie van een warhoofd

Wij draaien en steken de rijweg over maar rijden ons daarna al snel klem op de oprit naar een autosnelweg. Dan maar weer een stukje terug en van het gebaande pad af door een soort bos, we hobbelen en stuiteren over een olifantenpad, rijden een droogstaande duiker in die ons onder de snelweg door leidt, klimmen ergens een talud op en rijden dan plotseling de buitenwijken van Madrid binnen langs uitgestrekte sportvelden en door een prachtig parklandschap waarin de nodige kunstwerken zijn geplaatst.

Naarmate wij dichter de standskern naderen komen wij langs de rio Manzanares te fietsen. Hier is een aantal jaren geleden door het Nederlandse landschapsarchitectenbureau West 8 ’s werelds grootste binnenstadpark gecreëerd. Op wat eens een autosnelweg was ligt nu een stedelijk park met als hoofdader het pad dat langs de rio Manzanares voert waarbij futuristische bruggen beide oevers verbinden. Het pad is aangelegd om gelijktijdig gebruikt te kunnen worden door fietsers, joggers, wandelaars en gezinnen met kinderwagens en kleine kinderfietsjes. En inderdaad is het opvallend hoe gestructureerd een ieder zijn weg vindt met als kardinaal punt dat de voetganger hier immer voorrang heeft.

Helaas fietsen wij ons klem op een finishplaats van de een of andere hardloopwedstrijd waardoor de halve stad is lamgelegd, straten zijn afgesloten en de megagrote rotondes verworden zijn tot een niemandsland. Afstappen dus en je met de fiets lopend door de sportliefhebbende mensenmassa heen werken en rustiger straten zien te vinden. Wij komen dan ook net niet op tijd bij het Prado-museum aan maar dat blijkt geen probleem te zijn. Wat wel een probleem is hoe het museum de stroom bezoekers begeleidt, of liever gezegd niet begeleidt. Er staan een paar grote borden die verwijzen naar een entree voor bezitters van een ticket. Na een half uur in de rij gestaan te hebben krijgen wij te horen dat dit niet geldt voor een digitale ticket, die moeten wij bij een balie aan de zijkant van het museum laten omzetten in een papieren ticket en ons dan weer in deze rij melden. Pfff, hoe omslachtig. Misschien dat een duidelijke bewegwijzering hen zou kunnen helpen?

Maar het wachten was meer dan de moeite waard. Wij hebben een tour van drie uur door het museum gelopen waarbij wij alleen de high-lights van het Prado hebben bekeken. Eindelijk konden wij de schilderijen, die wij tot nu toe alleen kenden als afbeeldingen in onze kunstgeschiedenisboeken, in “het echt” bekijken. En dan zie je dat bepaalde technieken zoals een speels gebruik van het perspectief alleen op het echte schilderij te zien zijn. Wij liepen zaal in en zaal uit en vervielen van de ene aaah in de andere oooh en hadden aan het eind van ons museumbezoek lood in onze benen maar hadden dit voor geen goud willen missen. Weer konden wij een wens in onze ellenlange bucketlist afvinken.

Na het museum zij wij op ons gemak door de stad wezen fietsen, hebben in het paleispark Campo del Moro rondgehangen, hebben het Palacio Real bekeken (alleen van buiten vanwege de moeie beentjes) en zijn uiteraard nog even naar het Plaza Mayor gefietst. Het plein ziet er vandaag de dag heel wat vreedzamer uit dan ten tijde van Philips II toen daar de Inquisitie zich uitleefde met verhoren, lees: martelpraktijken, rechtspraak die dan direct gevolgd werd door het ter dood brengen van de vermeende ketters in de variëteit onthoofding, ophanging of brandstapel. Ze hadden het er heel erg druk mee. En als er dan niemand in naam van het zogenaamde geloof werd afgeslacht dan diende het plein als arena voor de stierengevechten, een theatraal schouwspel of voor koninklijke feesten. Dus eigenlijk een multi-functi gebruik avant-la-lettre.

Na onze historische tour zijn we weer op onze fietsjes geklommen en richting stadscentrum gereden. In een smalle straat stopte pal voor ons een stadsbus, er werd uit- en ingestapt. Daarna stapte de chauffeur zelf nog even uit en liep naar een vrouw in een rolstoel om haar hoffelijk te vragen of hij haar de bus in kon helpen. Zij bleek echter gewoon op iemand te zitten wachten. Ik bedoel maar, kom daar eens om bij ons in de Randstad, je mag blij zijn dat je niet met je rolstoel en al van de stoep wordt gereden, laat staan dat een buschauffeur zich van zijn zetel verheft om je zijn hulp aan te bieden. De terugweg vanuit het stadshart voerde via een hyper moderne fietswandelbrug weer over het pad langs de rio Manzanares.

Nu was duidelijk merkbaar dat het zondag was. Het vanochtend zo rustig en ordelijk ogende pad was nu vergeven van de dagjesmensen die hier hun vermaak zochten. Hele families die tafeltjes en stoelen hadden meegebracht genoten hier van een gezamenlijke maaltijd of flaneerden gezellig langs de rivieroever. Wij slingerden rustig tussen de menigte door om na een lange rit naast de camper in het zonnetje een wijntje te nemen op deze prachtige dag.

We zijn vandaag nog maar net op weg als ik een tankstation spot waar je LPG kan tanken. Gezien het niveau in onze gastank en ons onberekenbare zwerfgedrag lijkt het mij verstandig om de LPG-tank eerst maar even op te toppen. Dus Spaanse adapter op de vulopening geschroefd en dan het vulpistool erop klikken, hoe moeilijk kan dat zijn. Erg lastig dus want het vulpistool weigert te blijven vastzitten. Nog een keer proberen, geen gas. Dan zie ik een sticker op de pomp, “eerst binnen betalen en dan pas tanken”. Ook goed, ik naar de balie met een alleraardigste dame die niet begrijpt waarom ik nul kilo gas wil afrekenen. Zij spreekt alleen Spaans en dat beheers ik dan weer niet. Er wordt ene Marco tevoorschijn getoverd die ”un poco de inglés” spreekt, daar doe ik het voor. Na wat heen en weer gepraat blijkt die boodschap eerst betalen en dan pas tanken niet meer van toepassing te zijn. Handig! Marco besluit even mee te lopen naar de pomp en daar blijkt dat die zuil om de een of andere reden in alarm is en er logischerwijs helemaal niet getankt kon worden. Aha, het ligt dus aan het materiaal en niet aan mij. Dat is altijd een prettig idee. De boel wordt gereset en na getankt te hebben weer naar binnen om af te rekenen, uiteraard weer bij dezelfde dame. Als ik mijn bankpas en tankbonnetje opberg en met een “adios” wil weglopen zegt zij met zwaar Spaans accent en een trotse glimlach van oor tot oor “thank you”. Heeft zij potdikkie in de tussentijd even Engels geleerd. Wij moeten er allebei hartelijk om lachen.

De rest van de rit is niet echt bijzonder, wij rijden vandaag door een overwegend vlak gebied met veel landbouwgrond. Halverwege de middag bereiken wij onze bestemming voor vandaag. Het stadje Cuenca waar wij in het dal aan de oever van het riviertje bij het gemeentelijke zwembad, Playa Municipal Sitecode: 43339 een plekje voor de nacht vinden.

Vanochtend rustig opgestaan en direct na het ontbijt de rugzak op, camera’s mee en lopend naar het oude Cuenca dat hoog boven ons op een steile rots gebouwd is. Het is een flinke tippel over een steil maar goed geprepareerd pad. Aan het eind stap je door een klein stadspoortje tussen de huizen door het stadje binnen. We zwerven wat rond, lopen van het ene interessante gebouw naar het andere en uiteindelijk zoek ik mijn heil in een espresso op het Plaza Mayor terwijl Yvonne er voor kiest om de plaatselijke kathedraal te gaan bezoeken. Cuenca is een miniatuur stadje maar heeft wel de eerste c.q. oudste gotische kathedraal van Spanje. Yvonne vond het een mooie ruime lichte kathedraal, het kenmerk van de gotiek om omhoog richting God te bouwen kwam heel sterk naar voren maar vooral de lichtval van de moderne glas in lood ramen ervaarde zij als spectaculair.

Na haar bezoek schuift ze bij mij op het terras aan en rusten we nog even voor de volgende wandel etappe.

Voordat wij de terugweg aanvaarden lopen we het stadje nog even uit via een andere poort. Hier is de goudkust uit vroeger tijden. Prachtige oude huizen die tegen de rots zijn aangeplakt en deels boven het ravijn uitsteken. In deze “casas colgadas” de zogenaamde hangende huizen woonde destijds de fine fleur van Cuenca, ooit hebben zelfs de koninklijke families hier hun zomerverblijf gehad.

casas colgadas

Verzadigd door alle indrukken vangen wij de afdaling naar het dal aan waar onze camper naast een idyllisch riviertje staat.

Vanochtend voert de reis eerst via een mooie rustige toeristische weg naar een Karstgebied. De eerste stop is op een uitzichtpunt waar je mooi zicht hebt op de Ventano del Diablo ofwel de Duivelskloof. Geen idee hoe ze aan die naam zijn gekomen maar het uitzicht was adembenemend.

Ventano del Diablo

Daarna weer op weg, nu naar Ciudad Encantada. Dat is een verzameling rotsen met bizarre vormen die daarom ook wel de Versteende Stad worden genoemd. Een goed bewegwijzerde route voert ons over drie kilometer slingerend tussen de meest fantastische steenvormen door. Een toevallige combinatie van regenwater, kalksteen een koolzuurgashoudend gesteente in combinatie met wind en zon heeft er voor gezorgd dat deze stenen 90 miljoen jaar geleden zo gevormd zijn geworden.

Deze bijzondere stenen worden af en toe als filmlocatie gebruikt, zo is “Conan, the barbarian” met Arnold Schwarzenegger in de hoofdrol in 1982 hier gedraaid.  Na de wandeling nuttigen wij hier, in de schaduw van enorme dennen, de warme lunch waarna wij weer verder trekken. Op de lagere hellingen is het al merkbaar, de lente kondigt zich aan, zo ver wij kunnen zien glooien er groene weiden, zien wij sappig gras en aan de bomen ontluikende bloesem.

In de middag rijden wij het land van Castilla-La Mancha binnen. Als overnachtingsplek hebben wij het stadje Campo de Criptana uitgekozen, Parking de Molinos Sitecode: 76805. Hier staan nog vrij veel typisch Spaanse windmolens, diezelfde  waarvan Cervantes ons deed geloven dat hier Don Quichotte de windmolens te lijf is gegaan.

Vandaag een rustige bijna luie start van de dag. Yvonne werkt nog wat aan de administratie. De ochtend is begonnen met flink wat wind maar die zwakt nu snel af en ik besluit om voor we weer verder trekken nog even met de drone wat film en foto’s te schieten rond die kenmerkende Spaanse windmolens. Dit keer lukt het mij vrij aardig (ik ben er nog niet zo heel behendig mee en vind het soms best nog wel spannend om te doen) maar krijg nu plots de schrik van mijn leven. Uit het dal voorbij de molens stijgt een enorme roofvogel op van het formaat buizerd die duidelijk aan het shoppen is. Met zijn arendsoog (kan je dat zeggen bij een buizerd?) spot hij mijn drone en maakt aanstalten om die in de lucht te onderscheppen. Ik van mijn kant laat de drone onmiddellijk dalen tot minder dan twee meter boven de grond onderwijl vol gas mijn kant op vliegend. Ik heb net genoeg voorsprong en kan met een haakse bocht achter de camper landen waarna ik er snel wijdbeens overheen ga staan. De roofvogel besluit een ander gangpad in zijn supermarkt in te slaan en vliegt verder. Maar goed voorbeeld doet goed volgen en er stijgen nog een stuk of veertien soortgenoten op. Helaas voor mij maar op deze stek is het dronevliegen voor vandaag out of the question.

in de middag rijden wij ’s werelds grootste aaneengesloten wijnbouwgebied in met de stad Valdepeñas als kloppend hart. Een paar uur zien wij niets anders dan wijnstruiken en -ranken in alle soorten en maten, oneindig veel sproei- en beregeninginstallaties en natuurlijk de vele al dan niet bekende wijnhuizen. In de middag draaien wij in het provinciestadje Baeza een camperparkeerplaats, Area de Baeza, Sitecode: 50419 op en zakken in onze buitenstoelen onderuit om nog een paar uur de zon op ons te kunnen voelen. Aan het eind van de dag, als de 27 graden Celsius weer tot voor ons normale proporties is gedaald, wandelen wij nog een aantal kilometer door het oude stadscentrum met (uiteraard) Romeinse resten en veel bouwwerken uit de tijd van Karel V, de Renaissance druipt hier als het ware van de gebouwen.

Misschien vind je deze verhalen ook leuk…

3 Reacties
  1. Yvonne Vroom

    Wat een prachtige foto’s
    We genieten mee hoor!
    Door jullie mooie reisverslagen!

    Antwoord
  2. Sabrine

    Ohhhh!! Het Prado! Wat geweldig dat jullie die bezocht hebben! En wat kunnen wij veel leren van de vriendelijkheid van mensen… in ons ‘gave’ landje. Dank jullie wel weer voor een geweldig inkijkje in jullie reis.

    Antwoord
    • Marcel en Yvonne

      Het Prado was werkelijk geweldig, moet zeker op je bucketlist! We maken zoveel mooie dingen mee en ik heb ook alweer een idee voor een Grej maar tijd tekort;)

      Antwoord
Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *