Deze keer een verhaal voor Marcel.
Marcel is al jaren een liefhebber van modeltreinen en dan vooral het oude stoomtijdperk. Onze oudste was vroeger ook besmet met dit virus dus toen wij nog met de kinderen op reis gingen werd er in de auto meteen geroepen als er ergens iets moois te zien was op het gebied van spoortreinen. Dat ging dan altijd gepaard met de positiemelding op een uurwerk. 12 uur was recht vooruit, 6 uur was middenachter en zo werd alles met hele uren aan gegeven. Bijvoorbeeld: “Op 2 uur, een trein!” Ook het jaar toen een vriend van Mathieu met ons meeging op zomervakantie dwars door de Alpen naar Toscane in Italië. Nadat hij een aantal keer deze conversatie tussen Marcel en Mathieu had aangehoord dacht hij het begrepen te hebben en deed hij ook een duit in het zakje en riep in het wilde weg: “11:21 uur – ROEST” Wij lagen allemaal in een deuk maar sindsdien wordt er geen “trein” meer geroepen maar is het roest. En vandaag gaan wij echt naar roest!!

Yvonne zei het al wij gaan naar roest. In de streek Maramureş werd en wordt veel hout gekapt en om die enorme stammen uit dit onherbergzame gebied te kunnen vervoeren werden er smalspoorbanen aangelegd. Het normaalspoor in Europa is op een enkele uitzondering na 143,5 cm breed maar smalspoor is in 5 verschillende breedtes beschikbaar, het spoor hier is 80 cm breed dus eigenlijk smal. Een smalspoor heeft als grote voordeel dat er veel krappere boogstralen mogelijk zijn dan bij het normaalspoor. En dat is hier in de dichte bossen erg handig want het tracé werd aangelegd vlak langs de oever van de hier zich langs de berghellingen voort kronkelende rivier. Het nadeel van dit soort spoorlijntjes is dan weer dat de smalspoorwagons relatief breed zijn ten opzichte van het smalle spoor, dus eigenlijk zijn de wagons topzwaar wat zich uit in hevig schommelende treinen. Om ontsporing te voorkomen is de maximaal toegestane snelheid op dit tracé wel 30 hele kilometers per uur, dus hou je pet vast als je uit het raam hangt. De treinen die hier rijden zijn niet sec voor de toeristen bedoeld, hier rijdt namelijk de enige nog opererende bosstoomtrein van Europa, de Mocánița.
Omdat wij van plan zijn om maandag 28 april een ritje met deze smalspoortrein te gaan maken strijken wij zondag in de namiddag neer in het stadje Vişeu de Sus en vinden een plekje voor de nacht pal naast de lijnwerkplaats van deze spoorbaan. Natuurlijk kan ik het niet laten om na het avondeten nog even tussen de locomotieven, rijtuigen en wagons te struinen. Al snel valt mijn oog op een aantal rijtuigen met op de flanken in grote chromen letters WAB. Ver weg in mijn grijze massa gaat een lampje aan omdat deze rijtuigen mij “iets” zeggen maar ik zou niet weten wat. WAB, WAB, wat betekent dat ook alweer? Aha, dat is waar ook, WAB is de afkorting voor Wengern Alp Bahn en die maatschappij rijdt van het Zwitserse Lauterbrunnen, via Wengen en Wengernalp naar de Kleine Scheidegg. Ofwel dwars door het skigebied waar wij ruim 10 jaar lang ons in de sneeuw hebben uitgeleefd, hoe toevallig. Sterker nog, op één van de wagons hangt nog het originele koersbord nu uitgebreid met in het Roemeens de tekst “wagon 3”.
De volgende ochtend vroeg zien wij tijdens ons ontbijt al dat een locomotief onder stoom wordt gebracht en als wij rond half negen het kleine perron op lopen zet deze loc zich mèt een wagon vol stookhout net voor de gereedstaande rijtuigen. Omdat deze loc met hout gestookt wordt, dat is hier immers in grote getalen aanwezig, is de schoorsteen uitgebouwd met een zogenaamde vonkenvanger. Dat is een soort stalen gezwel dat is aangebracht om de bij houtstook vrijkomende vonkenregen op te vangen omdat anders je bospercelen door de rondvliegende vonken snel tot de grond toe zullen afbranden. Stoomlocomotieven die op kolen of olie worden gestookt kennen dit probleem niet.
Het is een grappig toeval, vandaag zitten wij in een rijtuig waarin wij in maart 2006 voor het eerst zaten en er is in die 20 jaar hoegenaamd niets aan veranderd, het enige dat er in Roemenië aan is toegevoegd is een eenvoudig potkacheltje om de boel ’s winters warm te stoken. Wij worden weer als vanouds door elkaar geschud vanwege de hobbelig aangelegde of her en der verzakte rails. De lucht in het rivierdal is vergeven van de doordringende geur van gestookt hout maar voor ons is dat genieten. Onderweg hebben we twee stops, één voor een vloeibare versnapering en later de tweede voor een uitgebreide warme lunch. Tijdens deze maaltijd zitten wij eerste rang met goed zicht op het verzorgen van de locomotief en het omzetten van de loc naar het andere eind van de trein zodat de loc op de terugweg aan de dalzijde zal rijden. Dat is wel prettig want mochten de remmen het niet goed doen of een koppeling besluiten om los te gaan dan slaan de rijtuigen niet op hol omdat de loc ze dan zal tegenhouden. Maar niet te negatief denken, wij gaan ervan uit dat de remmer op de achterste wagon op tijd zal reageren wanneer de machinist een kort signaal met de stoomfluit geeft door direct de remmen handmatig aan te draaien. Hij is tenslotte niet voor niets remmer van beroep. Okay, het feit dat ik dit nu opschrijf betekent dat wij veilig weer zijn teruggekeerd. Op YouTube heb ik een kort filmpje geplaatst om je een idee te geven hoe wij ons treindagje hebben beleefd.
Na het treinenavontuur van gisteren rijden wij vandaag een prachtige route door een ongerept landschap over bergpassen waar we zelfs nog wat sneeuw op de bergtoppen en op de skipistes zien liggen. Door dichte bossen waar alleen de houtvester de hellingen opklimt en door lieflijke dalen met een eenzame boerderij of hier en daar een herder met zijn kudde.


Het hertogdom Bucovina (dat Beukenland betekent) was het noordelijkste deel van het vorstendom Moldavië dat sinds 1512 een vazalstaat van het Ottomaanse Rijk was. De Ottomanen lieten hun inwoners vrij in hun keuze van geloof op een klein saillant detail na, zij moesten dan wél meer belasting betalen dan de Islam aanhangers. Ondanks dat was er geen hele omwenteling van geloof en cultuur alleen werden er wat nieuwigheden geïntroduceerd door de Ottomanen zoals badhuizen en koffie. In 1775 werd Bucovina door het Habsburgse Oostenrijk veroverd, het werd daardoor het meest oostelijkste gewest van het keizerrijk en tevens het enige gewest waar Roemenen woonden. Daar kwamen nu veel anderen bij zoals Duitsers en veel Joden, en ook de Roma zijn sterk vertegenwoordigd in Moldavië. Na 1947 kwam de helft van Bucovina in Roemenië en de andere helft in Oekraïne te liggen. En ook Moldavië werd opgesplitst in een deel in Roemenië en een deel in de Sovjet Unie. Er woonden enorm veel Joden in dit gebied en ik kwam tijdens mijn informatiezoektocht tot een leuke ontdekking. De Joodse zanger Joseph Schmidt was een Oostenrijks-Roemeense tenorzanger geboren in Bucovina en juist hij is in 1937 de allereerste vertolker van het beroemde lied “Ik hou van Holland”. Hier een link naar die opname.

Bucovina heeft weer een hele andere stijl om de huizen te versieren, dat zien wij heel erg mooi als we door het mooiste dorpje Ciocănești rijden. Er worden patronen op de muren geschilderd die wel wat weg hebben van weef- of borduurpatronen, deze patronen worden ook al eeuwenlang op de paaseieren geschilderd. Je vindt hier zelfs een paasei-museum en ziet overal paaseieren, van piepklein tot megagroot, te koop liggen. Huizen, putten en hekken worden met een sierlijk ijzeren randje versierd. Ook worden de patronen met stucwerk op de muren aangebracht en dat allemaal in vrolijke pasteltinten geschilderd, het is daardoor een vrolijke reisdag.

Maar deze streek is vooral beroemd om zijn kloosters met hun kerken die aan de buitenkant met fresco’s zijn beschilderd. Het zijn kloosters uit de 15e en 16e eeuw en vijf daarvan zijn opgenomen in de UNESCO werelderfgoedlijst. Het zijn zwaar ommuurde kloosters, ware vestingen met torens en toegangspoorten, binnen de muren is het een weldadig en vredig toeven. Centraal in de binnenhof staat een kerk die overdadig van fresco’s is voorzien zowel van binnen als van buiten. Vandaag bezoeken wij Mănăstirea Moldovița en zijn werkelijk onder de indruk van dit type kerk, je raakt niet uitgekeken. Scènes uit het leven van Jezus, met engelen, demonen, heiligen, hemel en hel. De symboliek van alle afbeeldingen is een studie op zich en wij laten ons verleiden om afbeeldingen te interpreteren maar onze kennis is ontoereikend. Monniken en nonnen bewonen nog altijd veel van deze kloosters.


Onder de indruk rijden wij verder, in Sucevița komen wij nog langs zo’n kloosterkerk maar strijken eerst neer op een camping om morgen uitgerust aan deze bezichtiging te beginnen. De dorpen zijn hier langgerekt en in de vorm van het dal, midden in het dorp vinden wij de afslag naar de camping. Weer een rustig klein kampeerterreintje eigenlijk gewoon in de achtertuin van een huis. Achterin daalt het erf naar de rivier en hebben wij een lekker kabbelend riviertje achter ons met daarnaast een poeltje waarin de kikkers luid kwaken. Wel is alles voorzien van stevige hekwerken rondom want iedereen heeft hier grote hekken om zijn erf, iets met wilde beesten. Er is een wasmachine dus nog even een wasje gedraaid dat met het lichte windje en de overdadig schijnende zon zo weer droog is.
Vandaag staat in het teken van de kloosters, eerst rijden we nog even terug naar het klooster van dit stadje en dit heeft een behoorlijke vestingmuur om de kerk heen. We zijn lekker vroeg dus hangt er nog een heerlijke serene rust op het binnenplein.

Voor de twee andere kloosters die we vandaag nog willen bekijken moeten we even een stukje rijden en daar kiezen we weer heerlijke binnenwegen voor. Het fijne daarvan is dat je de mooiste dingen ziet langskomen, ook bieden mensen langs de weg thuisgemaakte producten aan van honing, jam en allerlei huis gestookte drankjes, we hebben de waarschuwing gekregen daar mee op te passen want daar zitten heftig sterke drankjes bij, maar ze vinden gretig aftrek want regelmatig zien we een auto stoppen.

Verder zien wij natuurlijk vele paard en wagens waarbij de een met gereedschap naar zijn klus rijdt, de ander een kar vol mest gaat uitrijden of een ouder echtpaar dat naar de markt rijdt. Wij komen ook veel Roma tegen die met hun hele hebben en houden en alle kinderen erop verkassen naar een andere plek. Zelfs een ossenkar rijden wij voorbij.

Dan bereiken we het klooster Humor, het staat weliswaar in de steigers vanwege een restauratie en op het terrein zijn ze bezig met archeologische opgravingen, maar dat weerhoudt ons er niet van om er lekker tussendoor te wandelen. Kort daarna bereiken we Voroneț klooster, dit wordt in elke reisgids en op elke website vermeld en dat is te merken ook. Want voordat je bij het klooster bent loop je eerst door een lange straat stampvol met toeristenwinkeltjes. Nee, geef mij dan maar de rust van de wat minder bezochte kloosters, waar dan misschien nog een kerkdienst gaande is maar niemand kijkt er van op als je bij zo’n kerkdienst binnen stapt en na een tijdje weer weg gaat want dat is hier heel normaal. Zitten gaat ook niet want er zijn geen banken, hier staat men tijdens deze diensten.

Of het komt door de vele gebedshuizen die wij bezocht hebben of dat het puur toeval is maar wat een geluk, de koelkast doet het weer! Anderhalve week terug hadden Marcel en de monteur van het Thetford servicepunt geconstateerd dat het koelsysteem verstopt zat. Henk, een zeilvriend, had Marcel al een tip gegeven om met extreme hitte die verstopping te lijf te gaan maar daarvoor had Marcel nog geen gelegenheid gevonden. Ja, wij hebben het op onze manier druk. Een paar dagen terug hebben wij urenlang over een weg gereden die nog lekker ouderwets bestond uit betonplaten. Je weet wel, net zoals begin jaren zestig de Duitse Autobahnen erbij lagen. De tussenliggende kieren waren volgegoten met asfalt wat een “fijne” richel vormde die dwars op de rijrichting lag. Het gevolg laat zich raden, urenlang een gedreun, ka-boing, ka-boing, ka-boing en af en toe een heel erg harde KA-BOING! waardoor de hele wagen trilde. Dat was ronduit onprettig rijden met die gigantische herrie. Maar wat een mooi bijeffect, de koelkast is door dat gedreun gewoon gedotterd en koelt weer zoals hij hoort te koelen.
Voor vandaag genoeg bezichtigd, we zoeken lekker de rust op camping Ynu Maf. En heerlijk we hebben het hele terrein voor ons alleen dus gaan helemaal achteraan staan waar de vogeltjes lekker tekeer gaan, we blijven even twee nachtjes. De eigenaar is nog flink aan het oefenen met zijn nieuwe motormaaier, maar gastvrij als hij is komt hij ons ook even een flesje wijn van het huis aanbieden, drinkt een glaasje mee en kruipt dan weer op zijn maaimonster. Maar dan, de volgende dag is het 1 mei Dag van de Arbeid en dat wordt hier net als in de rest van Europa (Nederland doet daar niet aan mee) als een feestdag beschouwd. Er komen nog een paar kampeerders en wat schetst onze verbazing, de nieuw aangekomen caravans doen aan camper knuffelen. Het terrein heeft een oppervlakte van minstens 3 voetbalvelden dus ruimte zat zou je denken. Maar nee er komt er één op nog geen tachtig centimeter links van ons staan en dan blijkt het al snel een groep van vier kampeerders te worden. In de loop van de dag komt er aan onze rechterkant, waar we ons buitenzitje hebben, als extraatje nóg een solist te staan.

Wij zijn volledig ingebouwd. Ach, het is zoals het is. ’s Avonds wordt er naast ons vlees op de barbecue bereid en zij vragen ons te komen proeven van hun feestspecialiteit, nou dat is erg gastvrij èn gezellig. Niet allen spreken Engels maar de man die ons uitnodigde heeft vele verhalen die hij graag met ons deelt waarop zijn vrouw met een grijns fijntjes zegt: “Kan hij lekker zijn Engels oefenen”. De zelf gemaakte wijn vloeit rijkelijk en ik moet zeggen de wijn in Roemenië is best lekker.
Na een goede nachtrust (misschien door dat extra wijntje?) rijden we de volgende dag in zuidelijke richting en verlaten de regio Moldavië om Transsylvanië binnen te rijden. We nemen de Transkarpatenweg, een mooie route die ons door de Bicaz kloof voert. Dat het hier mooi is merken we meteen aan de vele dagjesmensen die erop afkomen. Om de imposante kloof te bekijken is er maar één weg dus die delen wij met touringcars, verkoopstalletjes met prullaria, fietsen en wandelaars. Het is wel bij elke bocht of vernauwing van de weg goed opletten maar zeker de moeite waard.

Na de kloof rijden we nog even door over een weg die al lang bestaat maar enig onderhoud nodig heeft als we naar de vangrail kijken, tenminste als die er al is. We strijken neer op Camping 4 , deze originele naam is van kilometerpaal 4, hoe moeilijk kun je het maken. Het is de eerste keer dat we op een drukkere camping staan met vakantiehuisjes en door haagjes afgebakende plekken. Dit gaat dan ook samen met vermaak op de camping wat dan weer gepaard gaat met muziek uit een speaker. Maar wij vinden het wel vermakelijk en slapen ook hier prima.

Over Transsylvanië de volgende keer meer.
Mooie rapportage van jullie reis. Het is net of we zelf meerijden. Vooral die smalspoor stoomtrein sprak me aan. Dat is nog eens echt trein rijden.
Hi Rolf,
Leuk dat jullie ook meerijden. Voor de treinfanaten onder ons in het volgende blog nog wat treinfoto’s.
Groetjes Yvonne en Marcel
Wat een fantastisch verhaal weer! De treinen, de versieringen, de ingebouwde camper en de prachtige kloof! Jongens, wat genieten jullie! Liefs, Willem en Monique
Absoluut Monique, Absoluut!
Nu weet ik het dan eindelijk dankzij dit verhaal. Vroeg me altijd al af of Marcel wel “spoord”.
Maar, prachtig omschreven en zoals altijd op reizen, ontmoetingen die je niet verwacht maar soms de kers op de taart zijn.
Ach ja, ik ben altijd al een beetje ontspoord.